De ENGELSE 62305 standaardreeksen behandelen specifiek de bescherming tegen bliksem aan structuren, hun inhoud, personen en vee.

EN 62305 aanvaardt dat wij nu in het elektronische tijdperk leven, die tot de bescherming van LEMP (Bliksem Elektromagnetische Impuls) maken voor elektronische en elektrosystemen een integraal onderdeel van de norm door EN 62305-4. LEMP is de term aan de algemene elektromagnetische gevolgen van bliksem, met inbegrip van geleide schommelingen (voorbijgaande overvoltage en stromen) wordt gegeven en uitgestraalde elektromagnetisch veldgevolgen dat.

EN 62305 – 4 categoriseert de bron van schade, type van schade en het type van verlies.

Bronnen van schade

De schade die door bliksem kan worden veroorzaakt wordt onderverdeeld in:
• Schade aan een structuur (met inbegrip van alle inkomende elektro lucht en begraven die lijnen met de structuur worden verbonden)
• Schade aan de dienst (dienst die de in dit geval deel telecommunicatie, gegevens, elektrische voeding, water, gas en brandstofdistributienetwerken uitmaken).

* Slechts voor structuren met risico van explosie en voor de ziekenhuizen of andere structuren waar de mislukkingen van interne systemen onmiddellijk mensenleven in gevaar brengt.
** Slechts voor eigenschappen waar de dieren kunnen worden verloren.

LEMP-de schade is zo overwegend dat het als één van de specifieke types wordt geïdentificeerd (D3) waartegen de bescherming zou moeten worden geboden en van ALLE stakingspunten aan de direct of de indirecte structuur of gelinkte services kan voorkomen –. Deze uitgebreide benadering houdt rekening ook met het gevaar van brand of explosie verbonden die aan de diensten met de structuur, b.v. macht worden verbonden, telecommunicatie en andere metaallijnen.

EN 62305 maakt het duidelijk dat de structurele bliksembescherming niet meer in isolatie van voorbijgaande overvoltage/schommelingsbescherming moet worden overwogen en gezien de bliksem van alle stakingenpunten, direct of indirect, aan de structuur of de gelinkte services tot een risico van tijdelijke werkkrachten leidt, zijn SPD een essentieel middel van bescherming of de structurele bliksembescherming of niet aanwezig is.

Stroom en voltagegolfvormen

EN 62305 houdt rekening beschermings met maatregelen op metaal de dienstlijnen (typisch macht, signaal en telecommunicatielijnen) gebruikend voorbijgaande overvoltage of Schommelingsbeschermingsapparaten (SPD) tegen zowel directe bliksemstakingen evenals de gemeenschappelijkere indirecte bliksemstakingen als de schakelovergangen. De normen zoals de ENGELSE 61643 reeksen bepalen de kenmerken van bliksemstromen en voltages om het betrouwbare en herhaalbare testen van SPD (evenals de componenten van de bliksembescherming toe te laten). Hoewel deze golfvormen van daadwerkelijke tijdelijke werkkrachten kunnen verschillen, zijn de gestandaardiseerde vormen gebaseerd op jaren van observatie en meting (en in sommige gevallen simulatie). In het algemeen verstrekken zij een eerlijke benadering van de echte wereldtijdelijke werkkracht.

De voorbijgaande golfvormen hebben een snel toenemende rand en een langere staart. Zij worden beschreven door hun piekwaarde (of omvang), stijgingstijd en hun duur (of dalingstijd). De duur wordt als tijd gemeten voor de testtijdelijke werkkracht aan bederf aan de helft zijn wordt gevergd piekwaarde die.

De figuren illustreren hieronder de gemeenschappelijke stroom en voltagegolfvormen die worden gebruikt om SPD voor leidingen, signaal en telecommunicatielijnen te testen.

Directe stakingen

De directe bliksem kan gedeeltelijke bliksemstromen van de 10/350μs-golfvorm in een systeem inspuiten waar een structuur met een structureel Systeem van de Bliksembescherming een directe staking ontvangt (Bron S1) of waar de bliksem direct een lucht de dienstlijn slaat (Bron S3).

Indirecte stakingen

De verre of indirecte bliksemflitsen dichtbij de structuur (Bron S2) of naderen een gelinkte service aan de structuur (Bron S4) van zelfs 1km straal weg (en vandaar veel gemeenschappelijker) worden vertegenwoordigd door de 8/20μs-golfvorm. De veroorzaakte schommelingen uit directe bliksemflitsen en omschakelingsbronnen worden ook vertegenwoordigd door deze golfvorm. Met een veel kortere bederf of dalingstijd met betrekking tot de 10/350μs-golfvorm, stelt de 8/20μs-golfvorm nog beduidend minder energie (voor een gelijkwaardige piekstroom) voor maar verwoest genoeg om elektro en elektronisch materiaal te beschadigen.

EN 62305-1 erkent dat de mislukking van interne systemen (Schadetype D3) wegens Bliksem Elektromagnetische Impuls (LEMP) van alle punten van staking aan de direct of de indirecte structuur mogelijk is of dienst – (alle Bronnen: S1, S2, S3 EN S4).

De Maatregelen van de schommelingsbescherming (SPM)

EN 62305-4 beschrijft een aantal maatregelen om de strengheid van voorbijgaand die overvoltage te minimaliseren door bliksem en elektroomschakeling wordt veroorzaakt.

De zeer belangrijke en basisbeschermingsmaatregelen zijn:
• Het aanaarden en het plakken
• Het elektromagnetische beveiliging en lijn verpletteren
• Gecoördineerde Schommelings Beschermende Apparaten

De verdere extra beschermingsmaatregelen omvatten:
• Uitbreidingen tot structurele LPS
• Materiaalplaats
• Gebruik van vezel optische kabels (bescherming door isolatie)

SPMs moet ook het milieu binnen in werking stellen en weerstaan waarin zij overwegend factoren zoals temperatuur, vochtigheid, trilling, voltage en stroom worden gevestigd.

De selectie van meest geschikte SPM wordt gemaakt gebruikend de risicoberekening overeenkomstig EN 62305-2 rekening houdend zowel met technische als economische factoren. Bijvoorbeeld, kan het niet praktisch of rendabel zijn om elektromagnetische beveiligingsmaatregelen in een bestaande structuur ten uitvoer te leggen zodat kan het gebruik van gecoördineerde SPD geschikter zijn. Ideaal gezien worden SPD het best opgenomen in de projectontwerpfase, hoewel zij ook gemakkelijk in bestaande installaties kunnen worden geïnstalleerd.

Om ononderbroken verrichting van kritieke systemen zelfs in het geval van een directe staking te verzekeren, zijn SPD essentieel en deze moeten geschikt worden opgesteld, gebaseerd op de bron van schommeling en zijn intensiteit hanterend concept het van Bliksembeschermingsgebieden (LPZ) binnen EN 62305-4.

Concept het van het Bliksembeschermingsgebied (LPZ)

De bescherming tegen LEMP is gebaseerd op een concept het Bliksembeschermingsgebied (LPZ) dat de structuur in kwestie in een aantal die streken volgens het niveau van bedreiging verdeelt door LEMP wordt gesteld. Het algemene idee is streken te identificeren of te creëren binnen de structuur waar er minder blootstelling aan wat of alle gevolgen van bliksem is en deze met de immuniteitskenmerken van het elektro of elektronische die materiaal te coördineren binnen de streek wordt geïnstalleerd. De opeenvolgende streken worden gekenmerkt door significante verminderingen van LEMP-strengheid als resultaat van het plakken, het beschermen of het gebruik van SPD.

Externe streken:

• LPZ 0A is het gebied onderworpen aan directe bliksemslagen en daarom kan omhoog aan de volledige bliksemstroom moeten dragen. Dit is typisch het dakgebied van een structuur zonder structurele bliksembescherming. Het volledige elektromagnetische veld komt hier voor.
• LPZ 0B is het gebied niet onderworpen aan directe bliksemslagen en is typisch de zijwanden van een structuur of een dak met structurele bliksembescherming. Nochtans komt het volledige elektromagnetische veld nog hier voor en leidde gedeeltelijke of veroorzaakte bliksemstromen en de omschakelingsschommelingen kunnen hier voorkomen.

Interne streken:

• LPZ 1 is het interne gebied dat aan gedeeltelijke bliksemstromen onderworpen is. De geleide bliksemstromen en/of de omschakelingsschommelingen worden verminderd vergelijkbaar geweest met de externe streken LPZ 0A, LPZ 0B zoals het elektromagnetische veld is als de geschikte beveiligingsmaatregelen aangewend zijn. Dit is typisch het gebied waar de diensten de structuur ingaan of waar het hoofdmachtsschakelbord wordt gevestigd.
• LPZ 2 is een intern gebied dat verder binnen de structuur wordt gevestigd waar de resten van de stromen van de bliksemimpuls en/of omschakelingsschommelingen vergelijkbaar geweest met LPZ 1 worden verminderd. Zo ook wordt het elektromagnetische veld verder verminderd als de geschikte beveiligingsmaatregelen aangewend zijn. Dit is typisch een onderzochte ruimte of, voor leidingenmacht bij het gebied van de sub-distributieraad.